De oplossing voor de huidige woningmarkt, zal ik nu met de concrete oplossing komen? Alle problemen verdwenen? Nee, natuurlijk niet. Dat is onmogelijk!
Mijn blogs zitten vol inspiratie, frustratie en ideeën. Vaak wat kritisch en meestal over onderwerpen die mij echt bezighouden. Maar de laatste tijd was het even stil. Mijn gezondheid is niet echt om over naar huis te schrijven. Wel was ik in oktober op de Provada. Buiten het feit dat het heel leuk was om veel mensen sinds lange tijd weer te zien, en het heerlijk was om weer een borrel te doen met veel mensen bij elkaar was het ook super interessant. Zoveel vastgoedprofessionals bij elkaar zorgt voor interessante gesprekken. Alle onderwerpen worden van veel verschillende kanten bekeken. Nieuwe ontwikkelingen, verrassende gadgets en veel verschillende invalshoeken.
Oplossingen die niet zo populair zijn:
Vastgoedmarkt schreef dat de volgende oplossingen eenvoudig zijn om toe te passen, maar deze oplossingen zijn niet zo populair.
- We accepteren dat de leraar en de brandweerman niet meer op een toplocatie in de stad kan wonen, maar langer moet reizen om op hun werk te komen.
- We accepteren kleinere (huur-)woningen op toplocaties. Een gemiddelde vierkantemeterprijs tussen de 6.000 en 10.000 euro en een BAR van 4 procent, betekent dat een betaalbare huurwoning van 750 euro een woonoppervlakte kan hebben tussen de 23 en 38 vierkante meter. Dat is niet aantrekkelijk voor de agent met twee kinderen, maar misschien wel voor de alleenstaande leraar (of agent).
- We accepteren dat heel Nederland moet meebetalen aan de betaalbare woningen in de grote stad. Maar zelfs bij een subsidiepercentage 50% blijft het betaalbare woonoppervlak in de stad gering.
- We stoppen met het koppelen van parkeren aan wonen. Met een gemiddelde grondwaarde van een parkeerplaats tussen de 60.000 en de 100.000 euro zou het schrappen van de verplichte parkeerplaats woningen zo’n 10 tot 20 procent goedkoper kunnen maken.
Ik heb een debat bijgewoond. ‘Beleggers beter belicht, van incidentenpolitiek naar inclusief woonbeleid’. Aan tafel zaten Frank van Blokland als directeur van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Nederland (IVBN), Gert-Jan Bakker, consulent bij het Amsterdamse woonplatform !Woon, maar ook Jack de Vries, oud-Kamerlid voor het CDA- en oud-staatssecretaris van defensie. Sinds 1 juli is hij voorzitter van Vastgoed Belang. Dit is de vereniging van particuliere beleggers in vastgoed.
Het was een fel en heftig debat. Waarbij Gert-Jan vooral de excessen uit de hoofdstad aanhaalden en Jack & Frank vooral naar het grotere geheel probeerden te kijken.
De strijd om de stad
Expats lachen ons al heel erg lang uit. In eigenlijk ieder land zijn de grote steden voor de rijken. Alleen wij Nederlanders vinden dat we allemaal RECHT hebben op een betaalbare woning in de stad. Best gek toch? Ik weet ook dat ik mij niet zo populair maak met deze uitspraken. Maar moeten we echt allemaal voor een appel en en ei binnen de ring van Amsterdam kunnen wonen? Op dit moment wonen dus alleen de mensen met een echt dikke portemonnee in de stad of mensen met een hele kleine beurs. De middenmoot kan geen kant op en zal dus echt buiten de stad moeten wonen. In de zaal bij het debat over ‘De strijd om de stad: hoe blijft het een plek voor iedereen’ zaten studenten, starters, maar ook al wat oudere mensen.
Wat met name te horen was, waren jonge mensen die zich zorgen maakten. Maar vervolgens ook wel een beetje verwend waren. Ze woonde weliswaar met drie vrienden samen en deelden de huur van een appartement van meer dan 80 m2 in de Pijp. Maar ook de eisen voor een volgende woning waren enorm. Minstens twee slaapkamers, een grote woonkamer met open keuken, goede buitenruimte en het liefste in Oud-Zuid of de Pijp. Vooral de locatie was erg belangrijk en ze wilde wel een woning die al helemaal af was. Daarnaast sprak er ook iemand die zei: ‘Ik woon echt best in een heel mooi huis, groot genoeg, lekkere tuin en mooi afgewerkt. Onze buren wonen vergelijkbaar. We hebben het goed en we passen makkelijk in ons huis. Echter, gezien de lage rentestand kunnen we makkelijk voor hetzelfde geld, minder geld, of net een beetje meer in een nog mooier, luxer en groter huis wonen. Zo verhuizen de mensen in de straat, want mensen krijgen gemiddeld gezien meer vierkante meters per persoon.
Ook zagen we een filmpje met verschillende vragen aan bewoners. Iedereen wilde graag een betaalbare mooie woonruimte voor hun kinderen en het liefst binnen de stad. Echter, bij de volgende vragen mochten deze woningen vooral hun uitzicht niet beperken, geen extra parkeerdruk veroorzaken in hun wijk, geen parkjes mochten worden opgeofferd of extra wegen of openbaar vervoer worden aangelegd in hun wijk. Best raar toch? Het moet allemaal beschikbaar en bereikbaar zijn, maar niet in ‘hun achtertuin’. Bij voorkeur mocht het ook geen hoogbouw zijn, maar moesten het grote eengezinswoningen met voor- en achtertuin zijn. We kunnen helaas niet alles hebben.
Wat kan de oplossing voor de woningmarkt zijn?
Het kan één van de oplossingen zijn die genoemd zijn boven aan dit bericht. Toch denk ik zelf dat er ook nog andere goede oplossingen zijn. We moeten niet alleen kijken in de stad, maar vooral naar de gebieden buiten de stad. Een goed voorbeeld de ouders van Gé woonde lange tijd met z’n tweeën in een woning van 320 m2 woonoppervlak en dan nog met schuren. Een zeer groot perceel en de mogelijkheid om hier meerdere woningen van te maken. De ouders van Lindy wonen met z’n tweeën in een woning van ca. 180 m2, met twee opritten en naast het huis staat een grote vrijstaande garage met ruimte voor 4 auto’s en een gehele bovenverdieping. In die garage staan nu met name fietsen en wat oude rommel. Voor de rest is de garage leeg. De ouders van Gé zijn recent verhuist naar een kleinere woning, dichterbij de faciliteiten, een kleinere tuin. Maar er moest nog wel een goede tuin overblijven en de auto moest geparkeerd kunnen worden op eigen terrein. De ouders van Lindy zijn veel op de boot. Een grote tuin, een grote garage en een ruim huis zijn eigelijk niet meer nodig. Maar alle appartementen hebben of een (te) kleine buitenruimte, of ze zijn zo duur dat ze flink bij moeten betalen. Daarom blijven ze zitten waar ze zitten.
Wat zijn dan de oplossingen:
- In de dorpen en buitengebieden het splitsen van woningen en percelen eenvoudiger maken. Hierdoor ontstaan er meer woningen. Oude kavels zijn relatief groot en veel woningen zijn groot genoeg voor twee gezinnen, met name oude boerderijen
- Grote seniorencomplexen bouwen boven winkels. Hierbij is het belangrijk dat er een goede buitenruimte is en dat er goede faciliteiten aanwezig zijn. De buitenruimtes moeten zo groot zijn, dat een gezin er kan eten. Dat ze juist in de overgangsperiode van ca. 60 jaar naar 70 jaar hier nog met het gezin kunnen barbecuen. Maar wellicht ook gezamenlijke faciliteiten in de complexen en dorpen zoals een gym, zwembad en wellness. Zo houd je de oudere vitaal en kunnen ze doorstromen naar een volgende woning
- De rente laten stijgen. Heel eerlijk als de rente stijgt en de woningen voor doorstromers niet meer zo spot goedkoop zijn, blijven mensen zitten waar ze zitten en zijn ze tevreden met wat ze hebben. Dan loopt het aantal vierkante meters per persoon niet zo hard op.
We hebben het goed
Tenslotte ik heb medelijden met de starters. Maar alle doorstromers hebben het ongelofelijk goed. Relatief gezien betalen we met de huidige rente weinig voor onze woningen. Onze perceptie van het geld is alleen niet altijd juist. Onze huizenprijzen zouden feitelijk gezien nog veel hoger moeten liggen als je alle data bekijkt en kijkt naar de betaalbaarheid van woningen. De oplossing voor de woningmarkt is niet eenvoudig. Maar ik denk wel dat we ons heel goed moeten beseffen dat we het luxe hebben. De wens van starters – een grote woning willen met een VT-wonen inrichting – is onrealistisch. We hebben een koopwoning tot het hoogst haalbare verheven en je bent een sukkel als je huurt. Maar je kunt niet alles hebben.